10. Brazilie en ... terug
Hoi,
Na een vlucht van het nationale vliegveld van Uruguay (vliegveld lelystad is bijna groter) kwamen we aan in Rio de Janeiro! Vanaf het vliegveld zijn we meteen door gegaan naar een fantastisch tropisch eiland, Ilha Grande, ongeveer honderd kilometer ten zuiden van Rio. Bij aankomst werd de Braziliaanse cultuur ons meteen duidelijk: slippers, kleine bikini's, kleurrijke zwembroeken, mooie mensen en een relaxte sfeer. Perfect om hier vier dagen van te kunnen genieten onder een stralende zon. Het eiland heeft enorm veel kleine goudgele strandjes met palmbomen die alleen te voet door het regenwoud bereikbaar zijn. Alles gebeurt hier trouwens te voet of met de boot omdat er geen auto's op het eiland zijn, je kunt je indenken hoe lekker rustig dit is! Ook het hostel was ideaal: supergoed ontbijt, het hele hostel voor ons alleen en aapjes in de tuin. Eindelijk vakantie!!
Vier te relaxte dagen later zijn we toch maar richting Rio de Janeiro gegaan. Op de boot terug hadden we een Braziliaans stel uit Rio ontmoet die ons een lift naar ons hostel in Copacabana aanboden. Dit is één van de betere stadsgedeeltes om te wonen en staat bekend om het Wereldberoemde strand van ... jawel ... Copacabana! Direct na aankomst werden we door onze 'nieuwe' vrienden uitgenodigd om het Braziliaanse nationale elftal in actie te zien in een café in de buurt. Daarna zijn we naar een piepklein buurtcafeetje (3 bij 3 meter) gegaan waar mensen naar toe gaan om een muziekinsttrument van de muur af te halen en te spelen en zelf bier uit de koelkast kunnen pakken. De volgende dag hebben we het centrum van Rio de Janeiro bekeken, door de van winkels uitpuilende kleine straatjes gewandeld, etc. Aan het einde van de middag zijn we met de boot naar de stadswijk Niteroi gegaan om te winkelen. 's Avonds zijn we eerst naar de buurt Lapa gegaan, dé uitgaansbuurt van de stad. Het uitgaan gebeurt vooral op straat voor de café's met overal samba, bierverkopers, barbeques en she-males! Pedro (onze Brazilaanse vriend) nam ons mee naar een samba concert in een kleine concerthal midden in de uitgaansbuurt. De meeste Brazilianen kwamen voor het optreden van één van Rio's bekendste samba-zangeressen ... dus niet voor het vooroptreden. Bij het vooroptreden stond bijna iedereen (goedkoper) bier op straat te drinken totdat zij opkwam. Het concert was supergaaf, vooral toen er een carnavals (josti) band kwam en alle bekende carnavalskrakers ging spelen. Nee, niet 'Heb je even voor mij' en al die andere Nederlandse 'toppers' maar echt Braziliaans. Een paar uurtjes later werden we in een Volkswagenbusje gestopt en door de stad heen geleid. Gedurende de dag hebben we Rio's bekendste toeristische attracties gezien: Pao de Azucar met een prachtig uitzicht over de stad, een kunstige kleurrijke trap, stadswijk Santa Teresa en het beeld van Here Jezus. Vanaf dat beeld heb je normaal gesproken een fabuleus uitzicht over de hele stad, helaas voor ons was het vrijwel helemaal bewolkt. Gelukkig wist onze gids nog een ander uitzichtpunt dat lager lag (dus onder de wolken) waar we onder politiebegeleiding heen zijn gegaan en alsnog van een prachtig uitzicht konden genieten.
Onze laatste dag in Zuid-Amerika. Deze dag hebben we vooral souveniers gekocht (Havaianas, Havaianas, Havaianas) en langs de stranden van Ipanema geslenterd. Op het strand van Copacabana hebben we onder de stralende Braziliaanse zon met een kokosnoot in onze handen stilletjes afscheid genomen van dit prachtige continent... zucht!
Na bijna 5 maanden zijn we 28 juni in het vliegtuig terug naar Nederland gestapt. We zijn nu net een week terug en willen bij deze iedereen bedanken voor de lieve mailtjes en leuke berichten tijdens onze reis. We kijken terug op onze reis als een fantastische tijd waarin we een paar van 's werelds mooiste en bijzonderste plekken hebben gezien: ruig Patagonie, machtig Torres del Paine, zuidelijk Vuurland, gletsjer Perito Moreno, Carretera Austral, stomende thermale baden van Puyuhuapi, rokende vulkaan Villarica, Chileense en Argentijnse merendistrict, Atacama-woestijn, overweldigend La Paz, adembenemende Altiplano, culturen aan het Titicacameer, Lares-trek, Machu Picchu, diepe Colca Canyon, Lima, hoge bergen van de Cordillera Blanca, verborgen grensovergang Peru-Ecuador, stranden van Puerto Lopez, regenwouden in Ecuador, Galapagos-eilanden, zoutvlakte Salar de Uyuni, paardrijden door wild-west Tupiza, koloniaal Sucre, dierenrijke Pantanal, mooie Bonito, vriendelijk Paraguay, Iguazu-watervallen, Buenos Aires, Uruguay, paradijselijke Ilha Grande, Rio de Janeiro en al die andere plekken die we niet genoemd hebben...
Tot snel in Nederland.
9. Paraguay-Argentinie-Uruguay
Hoy,
Na de kristalheldere wateren bij Bonito in Brazilie hebben we onze weg vervolgd naar Paraguay. In eerste instantie was het in de richting van, want ondanks een complete grensovergang en een goede brug over de rivier konden we de grens bij het dichtstbijzijnde stadje niet over. De reden? 'We hebben geen stempel voor jullie paspoort'. Ponta Pora, op een afstand van vier uur met de bus, bood de eerstvolgende mogelijkheid om de grens over te gaan. Ondanks dat deze grensovergang ongeveer de makkelijkste van heel Zuid-Amerika is, je hoeft slechts de straat over te steken, merk je direct dat je in Paraguay bent. De gehele Paraguayaanse kant van de straat bestaat namelijk uit winkels, winkelcentra, marktkraampjes en andere verkoophutjes bomvol electronica. Paraguay staat in Zuid-Amerika voor goedkope electronica en waar kunnen buitenlanders dat beter kopen dan direct over de grens?
Paraguay is een land dat door vrijwel iedere ´westerse´ buitenlander wordt overgeslagen en dat was wel te merken ook: de buitenlanders die we hebben gezien waren op één hand te tellen en zaten in hetzelfde hostel in Asuncion, de hoofdstad van Paraguay. Doordat de meeste Paraguayanen nog nooit een buitenlander in het wild hebben gezien waren ze erg nieuwsschierig en kwamen ze massaal naar ons toe voor een praatje, erg leuk. Ook grappig is dat je de Paraguayaanse cultuur direct en overal tegenkomt: Zuid-Amerika's vriendelijkste mensen, mate (soort groene thee die iedereen overal en altijd drinkt), chipas (maisbrood die iedereen overal en altijd eet), bergen vlees en voetbal. Na een dagje Asuncion te hebben verkend wouden we dat laatste zelf meemaken tijdens de wk-kwalificatiewedstijd tussen Paraguay en Chile. Voor de kaartjes moesten we uiteraard weer op de zwarte markt zijn waar ze wel 60 eurocent meer voor een kaartje vroegen dan de officiele verkoopwaarde... het moet niet gekker worden. Dat de Paraguayanen helemaal gek van voetbal zijn was wel te merken op de televisie: de live-wedstrijd van Brazilie werd onderbroken omdat de spelersbus in de stad was gesignaleerd, mensen stonden rijen dik om alleen de bus maar langs te zien rijden en de weg naar het stadion zat vol auto´s wat toch vreemd is in een land waar de helft van de mensen nog met paard-en-wagen rijdt. Eenmaal in het stadion is het typisch Paraguayaans om met de hele familie (jong en oud) de Chileense tegenstanders 'toe te zingen'. Naarmate de wedstrijd echter vorderde en het nationale elftal met 2-0 achterkwam waren het niet de Chilenen die %*#'$&! waren maar toch vooral de eigen spelers. Hilarisch!
De volgende ochtend zijn we van Asuncion naar Ciudad del Este, de electronicahoofdstad van Paraguay (denk maar eens in wat dat voor straatbeeld oplevert), gegaan en vandaar door naar Puerto Iguazu in Argentinie. Dit plaatsje puilt uit van de hotels en restaurants omdat het de belangrijkste toegang biedt naar de wereldberoemde Iguazu watervallen. Een ware attractie en zo wordt het ook behandeld: restaurants, perfect aangelegde paden, een treintje die alle mensen die niet van lopen houden naar de watervallen vervoerd en zelfs een veel te dure (attractie)boot die onder een waterval gaat dobberen om de kracht van het water te voelen... je moet er maar op komen. Uiteraard hebben wij dat ook gedaan en, in tegenstelling tot alle andere mensen, met een volledig regenpak aan! Wij waren dan ook de enigen die droog uit de boot kwamen, de rest van de passagiers kon de verdere dag met zeiknatte spijkerbroeken en t-shirts rond gaan lopen. Ondanks dat de watervallen minder water hebben dan normaal voor de tijd van het jaar was het erg indrukwekkend om zoveel water met zoveel kracht naar beneden te zien kletteren! Nadat we de volgende dag de grens niet meer over konden om de Braziliaanse kant van de watervallen te bekijken (Ewoud´s noodpaspoort heeft niet genoeg pagina´s meer voor vier extra stempels om vervolgens nog vanuit Rio naar Nederland te kunnen vliegen), zijn we de volgende dag terug gegaan naar de Iguazu watervallen om een wandeling te maken en een ander deel van de watervallen te bekijken. Aan het einde van de dag waren we klaar voor de 16 uur durende busrit naar Buenos Aires!
De bussen in Argentinie zijn ontzettend comfortabel en luxe, we kregen zelfs champagne om op Sophie haar verjaardag te proosten. In Buenos Aires werd Sophie verrast met een paar hotelovernachtingen in San Telmo, het oudste stadsgedeelte van de stad.Heerlijk die ruime, schone tweepersoonskamer en ook nog eens van alle gemakken voorzien. Jullie begrijpen dat we, na alle ...hostels, optimaal gebruik hebben gemaakt van het hotel! Ewoud heeft Sophie voor haar verjaardag meegenomen naar de bekendste Tangoshow van Argentinie. Uiteraard hebben we zelf ook een tango-les genomen en het gingboven verwachting goed! In een hele mooie zaal met uitzicht over de haven werd het diner geserveerd en tussen de gangen door lieten de tangodansers zich van hun beste kant zien onder begeleiding van een orkest en zangers. Buenos Aires is een hele mooie grote stad wat ons erg aan Parijs deed denken. Onze voornamelijkste bezigheid was dan ook lekker door de straten heen slenteren. Het stadsgedeelte Recoleta, met haar smalle straten en franse balkonnen noemen ze daarom niet voor niets 'klein parijs'. San Telmo staat bekent om de vele antiekwinkels en markten en op elke hoek van de straat word de tango gedanst. Boca is de arbeidersbuurt en heeft een heel gezellig kleurrijk centrum. Verder staat het bekend om Boca Juniors, de voetbalclub waar Maradonna groot is geworden. Daarnaast hebben we het uitgaansleven van BA getest. In de eerste plaats een grote test voor ons omdat we in geen eeuwen zijn uitgeweest en de meeste clubs hier pas na 2 uur open gaan. Met veel redbull en een 5 uur durende poolcompetitie hebben we het toch gered om wakker te blijven. Met John en Cyndi, twee amerikaanse twintigers die totaal geen moeite hadden met het late tijdstip, zijn we een paar keer op stap geweest. Het uitgaan is hier erg leuk met goede muziek en opvallend veel homo's op de dansvloer, wat vooral Ewoud niet onopgemerkt is gebleven.
Na 6 dagen Buenos Aires zijn we met de boot naar Colonia in Uruguay gegaan. Na 3 uurtjes varen met een onwijs grote boot (veel Argentijnen gaan op vakantie naar Uruguay) zetten we voet aan wal. Colonia is een Portugees koloniaal dorpje aan het water met veel originele en kleurrijke gebouwen. De volgende dag zijn we naar Punta del Este gegaan, de vakantiehotspot van Zuid-Amerika. Een schiereiland helemaal bomvol gebouwd met hotels, casino's en restaurants. Het is hier nu winter (het is hier echter nog steeds iets van 18 graden) dus de hele stad was uitgestorven. De dag daarna zijn we naar Montevideo, de hoofdstad van Uruguay, gegaan. Toevallig was het die dag bevrijdingsdag en werden we getrakteerd op een gratis optocht. Verder hebben we een beetje in het hostel rondgehangen want we voelden ons niet helemaal fit.
Morgen vliegen we naar Rio de Janeiro, waar we de laatste week nog even willen genieten van (hopelijk) zonovergoten stranden.
8. Bolivia en Brazilie
Bom dia,
Onze busreis naar Bolivia heeft maar liefst 4,5 dag geduurd. Het eerste deel van de reis was een 39-uur durende busrit van Quito (Ecuador) naar Lima (Peru). We hebben in die 39 uur geen oog dicht gedaan omdat een groep Venezuelanen het grappig vond om de hele bus de hele nacht wakker te houden. In Lima voelde het gek genoeg een beetje als thuis komen: we kenden de stad en hebben daar een heerlijk westers broodje gehad. Een welkome afwisseling voor het vrij eentonige Zuid-Amerikaanse eten. Vanaf Lima hebben we de bus gepakt naar La Paz (Bolivia),een rit van 27 uur. Wij hadden het geluk dat de Bolivianen het nodig vonden om de weg te barricaderen waardoor we 6,5 uur langer onderweg waren. In La Paz konden we gelukkig nog net de, naar later bleek vreselijk koude (het ijs zat op de ramen), nachtbus naar Uyuni nemen.
Na aankomst in Uyuni waren we heel erg aan een warme kamer met hete douche toe, maar laat dat nou net het enige in heel Uyuni zijn waar een gebrek aan is. Het hostel waar we terecht kwamen claimde beide te hebben wat uiteindelijk, na veel klussen, ook zo was.Uyuni is een dorp midden in de woestijn en ligt op 3600 meter hoogte. Omdat het naast vrieskou niet veel te bieden heeft zijn we de volgende dag begonnen aan een 3-daagse jeepsafari. De eerste dag zijn we eerst naar een treinkerkhof gegaan, daarna naar 's werelds grootste zoutvlakte: salar de Uyuni (een kwart van Neerlands oppervlakte aan zout) zover je maar kunt kijken. Midden in die immense zoutvlakte zijn we naar een eiland met enorme cactussen gegaan. 's Avonds hebben we in een zouthotel geslapen waar de muren, tafels, stoelen en zelfs bedden van zout zijn. Je begrijpt dat we tijdens het eten geen zoutvaatjes op tafel hadden staan. De tweede dag begon met een bezoek aan een mummie-dorp en reden we door de altiplano waar we veel verschillende landschappen, gekleurde bergen en meren hebben gezien. Erg mooi waren de flamingo's in lago colorado (rood meer) die daar stonden te balanceren op één been. Die avond sliepen we op 4400 meter in een hostel zonder verwarming. 's Nachts vroor het ongeveer 25 graden, dus 's nacht hadden we alle kleren uit de backpak aan. Om 5 uur 's ochtends liepen we met ijspegels aan onze neuzen tussen de geisers en pruttelende lavabronnen door. Daarna konden we eindelijk ontdooien in een heerlijk warm thermaal bad van 40 graden.
Van het koude Uyuni zijn we met de trein naar het warme Tupiza in het zuiden van Bolivia gegaan. Tupiza is een dorpje zoals je ziet in cowboy films en... in het wilde westen word natuurlijk veel paard gereden. Dus wij hebben ons uiteraard ook op het paard gehesen. Voor Sophie erg leuk om weer eens te doen en voor Ewoud een totaal nieuwe ervaring, 3 x raden wie het wildste paard kreeg: juist Ewoud! Van een rodeo is het niet gekomen want cowboy Billy Ewoud had Bronco zo goed onder controle dat er geen zandhap foto's op de site staan. De omgeving bestond uit canyons, cactussen, rotsformaties en rivieren (inclusief natte voeten) die erg mooi waren om vanaf de rug van een paard te bewonderen. Na Tupiza zijn we naar Sucre, de hoofdstad van Bolivia, doorgereisd (inclusief oponthoud door een modderlawine). Dit is zonder twijfel de mooiste stad van Bolivia met koloniale gebouwen, mooie kerken en groene pleinen. Hier hebben we in een Nederlands restaurant voor het eerst sinds lange tijd weer bitterballen gegeten. Helaas smaakten ze totaal niet naar de echte Hollandse ballen, maar naar droge kip.
Santa Cruz was onze volgende bestemming. De omgeving van Santa Cruz deed ons erg aan Nederland denken, met veel groene vlakke graslanden en koeien. Ook het weer, motregen en de frisse temperatuur deden erg Hollands aan. Nadat we het centrum hadden bekeken wilden we meteen de trein naar de grens van Brazilie pakken. Jammer genoeg was de trein helemaal volgeboekt. Omdat we geen tijd wilden verspillen besloten we de 15-uur durende rit maar met de bus te doen en dat was, op z'n zachtst gezegd, niet de beste beslissing. Na 100 km gleed de bus met de achterwielen in een moddergreppel in the middle of nowhere. De buschauffeur kon met geen enkele mogelijkheid de bus uit de greppel manoevreren, dus moesten we tot de volgende ochtend wachten in een schuin hangende bus: niet echt comfortabel. De volgende ochtend zijn we door een vrachtwagen uit de blubber getrokken om daarna aan te sluiten in een enorme file van glibberende en vastzittende vrachtwagens over een haast onbegaanbare modderweg. Na een paar uur konden we het niet meer aanzien en hebben we een (snelle) lift terug kunnen regelen naar Santa Cruz. Daar hebben we net op tijd de trein (die deze keer niet vol zat) kunnen pakken naar Quijarro op de grens met Brazilie. Nou ja trein, het leek meer op een achtbaanrit met wagons die elk moment van de rails af dreigden te vliegen.
In Brazilie aangekomen hebben we direct een vierdaagse tour geboekt naar de Pantanal, een enorm moerasgebied dat bekend staat om de grote diversiteit aan dieren. Voor het eerst in lange tijd konden we onze nachten weer horizontaal doorbrengen en hadden we een heerlijk warme douche! Net verlost van de paardrijspierpijn van het wilde westen, begonnen we de eerste dag met een rit te paard over de landerijen. 's Middags hebben we een soort van jeepsafari gedaan en een aantal vreemde dieren gezien zoals een reuzen miereneter (erg grappig dier), wasbeertjes, capibara's (cavia's ter grootte van een schaap), vossen en een paar soorten papegaaien. Na weer een heerlijke nacht in een bed hebben we 's ochtends vroeg de boot gepakt op zoek naar jaguars en kaaimannen. Helaas waren de jaguars niet op de hoogte van ons bezoek en lieten ze zich niet zien, de kaaimannen daarentegen gaven ons een warm onthaal met honderden tegelijk. Overal waar je keek zag je twee oogjes vanuit het water de boot in de gaten houden. Verder hebben we rivierotters, toekans en een groene leguaan gezien. Diezelfde dag hebben we een wandeling door de bossen gemaakt, waar we veel apen en een boshert hebben gezien. De laatste dag moesten we onze lunch bij elkaar vissen met... piranha's. Nadat de eerste piranha binnen vijf seconden z'n tanden in de haak had gezet besloten we er een onderlinge wedstrijd van te maken. Nadat het lange tijd gelijk op ging liep Ewoud uit naar 8:6 en dacht hij dat de strijd was gestreden maar... Sophie kwam terug met een Kaaiman! Wedstrijd over want dat valt natuurlijk niet meer in te halen. Op de terugweg naar de boerderijlodge kwam de jaguar toch in zicht, althans de sporen die hij had nagelaten: voetafdukken en de kop van een wild zwijn.
We vervolgden onze reis naar Bonito. De naam zegt het al: een rustig dorpje in een prachtige omgeving. De regio staat bekend om rivieren die zo helder zijn als Spa Reine maar dan helderder. Het snorkelen hier lijkt net of je in een enorm aquarium rond zwemt!
Vanaf het zuiden van Brazilie vervolgen we onze weg naar Paraguay waar we de WK-kwalificatie wedstrijd tussen Paraguay en Chile in de hoofdstad willen bekijken. Dat belooft wat want Paraguay staat eerste in de Zuid-Amerikaanse poule (dus boven Brazilie en Argentinie) en Chile derde! Daarna proberen we de 10e in Buenos Aires te zijn om Sophie haar verjaardag in deze romantische stad te kunnen vieren.
Ciao
7. Galapagos eilanden
Hoi,
Deze keertoch ook weer een bericht vanuit Quito, alleen ditmaal positief: de Galapagos eilanden waren fantastisch en het noodpaspoort hebben we gisteren bij de Nederlandse ambassade opgehaald!
De afgelopen week hebben we doorgebracht op de Galapagos eilanden midden in de Grote Oceaan. Deze eilanden zijn wereldberoemd omdat de dieren geen angst hebben voor de mensch, waardoor je dus heel dichtbij de dieren kunt komen. In eerste instantie wilden we een bezoek aan de eilanden uitstellen tot ergens in de toekomst omdat echt alles daar heel duur is. Waar de inwoners van het vasteland van Ecuador erg handig zijn in het illegaal afnemen van je spullen hebben ze op Galapagos heel veel legale manieren gevonden om je zo veel mogelijk geld afhandig te maken... belachelijk dure vlucht, $100 parkentree, dure restaurants, vage belastingen, prijzige overnachtingen en natuurlijk de bijna onbetaalbare bootcruises. Ons geluk was dat het laagseizoen is, zoals we bijna onze hele reis met het laagseizoen meereizen, waardoor we ook hier een héél goede prijs hebben bedongen.
Vorige week donderdag vlogen we om half 10 in de ochtend naar Baltra, het vliegveld-eiland van de Galapagos eilanden. Vanaf daar hebben we een veerpont genomen naar het hoofd-eiland Santa Cruz om vervolgens met de bus verder te gaan naar Puerto Ayora. Een bezoek aan dit dorpje ontkom je bijna niet aan, niet omdat het zo leuk is maar vooral omdat hier de meeste faciliteiten en reisorganisaties zijn gevestigd. Nadat we het hele dorp hadden uitgekamd voor een goedkoop hostel hebben we een duik in de zee genomen. Lekker opgefrist zijn we daarna naar het Darwin Center gegaan, één van de centra op de eilanden waar de bijna uitgestorven reuzenlandschildpadden worden gefokt. Het eerste dat je denkt als je één van de schildpadden ziet is: wat zijn die pre-historische dieren groot! En ontzettend traag! Maar wel heel mooi om te zien. Na een te dure maaltijd waren we klaar om alle reisbureaus in het dorp af te gaan op zoek naar de beste deal voor een bootcruise. Bij de derde was het raak, hij had nog wel een paar goede last-minutes! Na een telefoontje met een booteigenaar zei hij dat ie een wel heel goede deal had: een 1e-klas boot voor een 4e-klas prijs. Dat klonk ons natuurlijk als muziek in de oren! Maar zoals met alles, namen we dit ook met een korrel zout. Nadat we ook van zijn perfecte-supergoedkope-lastminute-prijs nog wat hadden afgeluld en de snorkelspullen gratis meekregen bracht hij ons naar de boot. En wat een jacht was dat! Groot, met zonnedek, lounge en bar, restaurant en ruime slaapkamers met privebadkamer en airco. Toen we hoorden wat de andere passagiers hadden betaald kregen we die grijns helemaal niet meer van ons gezicht (wij $425 pp versus anderen $1000-$1200 pp)!
's Nachts zijn we met onze luxe jacht naar het eerste eiland gevaren, Rabida een vulkaaneiland met een prachtig rood zandstrand. We zagen 's ochtends direct al een grote groep haaien rond de boot zwemmen. Daarna zagen we een zeeschildpad en een school enorme tonijnen voorbij komen. Na het ontbijt zijn we met een zodiac (kleine speedboot) langs de kust van het eiland gevaren. Daar zagen we groepen blue-footed boobies, fur seals, lava-reigers, bruine pelikanen, regenboogkrabben, lava-hagedissen en zeeleguanen. Na de boottrip zijn we het eiland opgegaan voor een wandeling. Op het rode strand lagen schattige en erg nieuwsschierige zeeleeuwtjes te zonnen. We waren bijna niet bij ze weg te slaan! Tijdens de wandeling hebben we kennis gemaakt met heremietkreeften (kreeften die in een gejatte schelp leven), grappige beestjes zijn dat. Daarna zijn we met ontzettend veel gekleurde vissen, zeesterren en een nieuwsschierige zeeleeuw in de baai gaan snorkelen. Na de lunch zijn we doorgevaren naar het eiland Santiago. Dat eiland ziet helemaal zwart van de lava en de voormalige lavastromen zijn nog steeds goed zichtbaar. Ook daar hebben we een boottocht gedaan en gesnorkeld. Op dit eiland hebben we een aantal pinguins gezien, ook tijdens het snorkelen. Die kleine pingu's schieten als raketten door het water. Verder zagen we weer veel vissen, groot en klein, een zeeslang en een octopus. Ewoud heeft een stukje met een Galapagos-haai gezwommen en Sophie zag een zeeschildpadvoorbij vliegen. Aan het eind van de middag zijn we aan land gegaan op het eiland dat op een Chinese hoed lijkt, genaamd Chinese Hat. Op dit eiland groeit bijna niets, maar het is bezaaid met leguanen, krabben en zeeleeuwen. We hebben hier een alfamannetje van een zeeleeuwenfamilie gezien, nou ja mannetje... bij dat enorme beest wil je niet in de buurt komen ook al zegt men dat alle dieren zo aardig zijn op de Galapagos.
De volgende dag ging om kwart voor zes de wekker voor een ochtendwandeling op het eiland Bartolomé. We hebben de hoogste vulkaan van het eiland beklommen, vanwaar we een super mooi uitzicht hadden op heel veel verschillende gekleurde vulkanen en kraters, zelfs één in het water. Vanaf het eiland zag Ewoud een enorme mantarog vanuit de zee een driedubbele salto maken. Toen we terug wouden naar de boot met de zodiac werd ons de pier vesperd door een zeeleeuw die dacht dat ie voor een fotoshoot was uitgenodigd. Toen iedereen inderdaad foto's ging maken gedroeg de zeeleeuw zich als Galapagos Next Top Model. Later op de ochtend zijn we naar de prachtige zandstranden aan de andere kant van het eiland gelopen waar een grote groep witpuntrifhaaien voor de kust patrouilleerden. Op het strand waren sporen van zeeschildpadden te zien die verderop in de duinen eieren hadden gelegd. Helaas hebben we geen (baby)schildpadden gezien. Verder liep Mr Crabs, een krab met ogen op stokjes, ons daar constant voor de voeten. Daarna zij we gaan snorkelen rond Pinnacle Rock, een rots die door de Amerikanen in de tweede wereldoorlog als schietschijf is gebruikt en daarom deze karakteristieke vorm heeft. Later op de dag zijn we naar Bahia Tortuga Negra aan de noordkant van Santa Cruz gevaren. Daar hebben we een zodiac-tocht gemaakt tussen de mangrovebossen. Vanwege het kalme water komen hier heel veel zeeschildpadden, haaien en roggen voor.
Onze laatste dag van de bootcruise begon met een wandeling over het vogeleiland Seymour. Je struikelt hier bijna over de broedende blauwvoeten, fregatvogels en roodoogmeeuwen. Het was net een feest op het eiland want de blauwvoeten waren aan het (parings)dansen en de fregatvogels waren rode balonnen aan het opblazen! Eén paartje blauwvoeten was er vroeg bij dit jaar want die hadden als enige al jongen. Net voordat we het eiland wouden verlaten liet een grote gele landleguaan zich zien. Een uur later was onze bootcruise ten einde en werden we afgezet bij het vliegveld. De rest van de dag hebben we doorgebracht op het prachtige strand van Bahia Tortuga.
Na lekker te hebben uitgeslapen hebben we de volgende dag de boot gepakt naar Isabela, het grootste en op één na jongste eiland van de Galapagos. We hadden een relaxte boottocht met een veerpont verwacht maar we kregen een kleine speedboot die met enorme snelheid over de golven beukte. Elke klap van een golf voelde als een stoot in je maag van een bokser. Nadat we alles binnen hadden weten te houden kwamen we aan op het bounty eiland Isabela.
De volgende dag hebben we een boottour gedaan bij Las Tintoreras, een groep kleine eilanden voor de haven van Isabela. We zijn ook aan land geweest op een eiland bestaande uit alleenlavarotsen. Iets verderop hebben we gesnorkeld in een baai. Daar hebben we een hele poos met een zeeleeuw gespeeld in het water. Het beestje was zo nieuwsgierig dat hij een heel stuk met ons mee is gezwommen totdat hij werd teruggeroepen door moeders. Onze gids heeft ons meegenomen naar een rustplek van witpuntrifhaaien. Toen we naar beneden doken werden we vanuit een grot door drie haaien heel vragend aangekeken, erg grappig! De rest van de dag hebben we rondgehangen bij het strand en hebben we een schildpaddencentrum bezocht. Omdat het aan het einde van de middag was werden de schildpadden actief. Echt heel lachwekkend om te zien hoe die dieren bewegen en eten, het gaat allemaal zo traaaaag.
Onze laatste volle dag op Galapagos werden we uitgenodigd om mee te gaan naar enkele bijzondere plekken op Isabela en 's middags in een baai te gaan snorkelen. Hier hebben we een pijlstaartrog en een gevlekte adelaarsrog gezien. Op het laatst hebben we nog een heel stuk met een grote zeeschildpad meegezwommen, dit was een heel bijzondere ervaring!
Terug in Quito lag Ewoud zijn paspoort klaar! Ondanks de goede deals heeft de trip naar de Galapagos eilanden een behoorlijk deel van ons reisbudget opgeslokt waardoor we de komende dagen in een bus doorbrengen terug naar Bolivia waar we onze reis gaan vervolgen met een tocht over de zoutvlaktes van Uyuni.
Adios!
6. Van Peru naar Colombia
Hola Pappies (vrienden in Quechua),
Het heeft alweer lang genoeg geduurd sinds het vorige bericht, dus maak je borst maar nat voor een lang verhaal vol spannende, vervelende en leuke avonturen.
Het Andesgebergte hebben we achter ons gelaten om naar Trujillo, een oude stad aan de kust van Peru te gaan. Net buiten de stad ligt de pre-Inca stad Chan Chan. De mensen hier warengoed in zandkastelen bouwen, want in het jaar 1300 hadden ze één van de grootste steden ter wereld gebouwd bestaande uit alleen zand! Na genoeg zand te hebben gehapt zijn we gaan uitwaaien aan de boulevard van Huanchaco, een badplaatsje iets verderop.
De daarop volgende 3,5 dagen hebben we non-stop genoten van het openbaar vervoer van Zuid-Amerika. We zijn van Trujillo (Peru) naar Vilcabamba (Equador) gereisd te beginnen met een nachtbus, vervolgens met de colectivo, een soort gedeelde taxi (gemiddeld 6 passagiers + de chauffeur in een normale personenauto), toen een wilde rit met een tuc-tuc en daarna eencolectivo naar de grensovergang die midden in het regenwoud ligt. Om Ecuador binnen te komen moet je met de benenwagen over een brug die de twee landen scheidt. Eenmaal in Ecuador zijn we verder gegaan in een camion, een omgebouwde vrachtwagen met onconfortabele houten bankjes. Na de camion wachtte ons nog één busrit naar Vilcabamba. Deze busrit hoort 6 uur in beslag te nemen maar wij konden ons gelukkig prijzen met een 20 uur durende rit. Het regenseizoen was hier nog niet helemaal ten einde en dat zorgde onderweg voor veel modderlawines. Na een half uur kwamen we de eerste modderlawine tegen. Nadat de buschauffeurs bijna een uur bezig waren geweest de weg enigszins berijdbaar te maken namen we een aanloopje en ja hoor, zaten we alsnog hartstikke vast! Vanaf een plekje iets verderop hebben we samen met het hele dorp een uur staan kijken hoe ze de bus uit de modder probeerden te krijgen. Gelukkig kon een vrachtwagen ons later uit de modderpoel trekken. Maar twee uur later was het alweer raak. Een andere vrachtwagen zat vast in een modderpoel en het verkeer kon er onmogelijk omheen. Samen met de andere passagiers hebben we moeten overnachten in de bus, midden in het regenwoud. De volgende ochtend bleek de vrachtwagen plotsklaps te zijn verdwenen en konden we onze (modder)weg vervolgen. In Vilcabamba zijn we lekker bijgekomen van de slopende reis in een mooie lodge midden in de natuur. Daar hoorden we van andere gasten dat de weg, die wij net hadden met de bus hadden getrotseerd, vrijwel direct na onze rit was afgesloten omdat hij echt te onbegaanbaar was geworden.
Na Vilcabamba zijn we naar Zamora, een klein dorpje midden in het regenwoud, gegaan. Bij het informatiecentrum vertelden ze ons dat er een refuge in het Nationale Park Podocarpus zat, vanwaar we mooie wandelingen door het regenwoud konden maken. Eenmaal aangekomen vlak voor zonsondergang bleek er helemaal niemand te zijn. Alle gebouwen waren op slot en aangezien we geen bereik hadden met onze telefoon (in the middle of nowhere) konden we ook geen taxi terug bellen enterug lopen was ook geen optie,per slot van rekening begon het al te schemeren. De keuken die ons bij het informatiecentrum beloofd werd bestond uit een paar stukken hout en een grillrooster. Gelukkig lukte het ons vrij snel om met de stukken hout een vuurtje te maken.In de bossen hadden we een houten hutje gevonden wat niet op slot bleek te zitten en al snel werd duidelijk dat de aankomende nacht geen luxe hotelovernachtig zou worden. Nadat we een enorme spin vriendelijk hadden verzocht onze hotelkamer te verlaten zijn we een poging gaan wagen om op de tweepersoons houten vloer te slapen. De krekel- en vogelgeluiden wenden snel, maar elk luid geritsel om de hut deed je bijna de ogen uit je hoofd springen wetende dat er poema's en beren in de donkere bossen leven... Nog nooit zijn we zo blij geweest dat de zon ons de volgende ochtend om 6 uur wekte. Na een verfrissende douche onder een waterval hebben we genoten van een mooie wandeling door het regenwoud.
Via de steden Cuenca en Guayaquil zijn we door eindeloze bananenplantages naar Puerto Lopez, een kleine plaats aan de kust van Ecuador gegaan. We hadden een hele mooie lodge gevonden met schattige tweepersoonshuisjes midden in een kleurrijke tuin, veel faciliteiten, een wit strand met palmbomen, hangmatten en een heerlijk warme zee. Maar helaas, ook in het paradijs heeft God voor struikrovers gezorgd. Al na een uurtje kwamen we er achter dat onze rugtas was gestolen toen we heerlijk in de zee dobberden. Daarna begon ons grootste avontuur tot dan toe: aangifte doen! Vol goede moed gingen we naar het politiebureau in Puerto Lopez waar een drie-agenten-sterk-team ons vertelde dat ze niet bevoegd waren om de aangifte op te nemen en we naar een dorp verderop moesten. De dag daarop kwamen we bij het zeker weten geopende politiebureau aan die toch echt dicht was.De burenzeiden dat het bureau manana (morgen) open zou zijn. Dus... de volgende ochtend naar het bureau waar we te horen kregen dat ook zij niet bevoegd waren en we naar een ander bureau een eindje verderop moesten. Toen we daar aankwamen bleek ook deze dicht te zijn en, wederom de buren, ons vertelden dat wenaar Puerto Lopez moesten. Na daar weggehoond te zijn door een niet al te aardige agentgingen we 's middags terugnaar hetandere dorpen hebben we de agent thuis opgezocht. Omdat het bureau dicht was kon hij ons niet helpen maar wel iemand bellen in... uiteraard Puerto Lopez! Aangifte doen is uiteindelijk toch gelukt, na drie dagen!
Met een nachtbus zijn we diezelfde avond naar Quito, de hoofdstad van Ecuador, gereisd. De stad waar we van plan waren maar één dag te blijven om daarna meteen door te gaan naar Colombia. Net voor de grens met Colombia werden we aangehouden voor een paspoortcontrole waarvoor we een, jawel, paspoort nodig hadden. Tot onze stomme verbazing bleek Ewoud's paspoort niet in de tas te zitten. Na de eerste schrik kwamen we er achter dat het gajes die achter ons in de bus zaten de rugtas van onder de stoel hadden opengesneden en de moneybelt met alle belangrijke documenten en pasjes te hebben gejat. Echt onvoorstelbaar: de tas stond in ons zicht voor onze stoelen, tussen onze benen met zelfs een been om het hengsel en toch hadden ze het voor elkaar gekregen om de moneybelt te jatten. Gelukkig konden we meteen bellen en de pasjes blokkeren. Tot zover Colombia.
Na terugkeer in Quito zijn we direct naar de Nederlandse ambassade gegaan waar we, vanwege Koninnedag, een warm onthaal met haring en bitterballen hadden verwacht. Niets bleek minder waar: de ambassade bleek de komende vijf dagen gesloten te zijn. Dus geen paspoortaanvraag en bitterballen voor ons... Na het noodnummer te hebben gebeld bleek de lieve vrouw van de ambassade helemaal niets voor ons te kunnen doen. Conclusie, we zaten voor minstens vijf dagen vast in een stad waar we niet wilden zijn. Zwaar *** dus! Om onszelf op te vrolijken besloten we dat weekend maar naar de jungle te gaan... een prachtige lodge midden in de jungle van Cuyabeno National Park. Omringd door apen, toekans, papegaaien, piranhas, slangen, spinnen, vlinders, luiaards, kikkers, dolfijnen en nog veel meer dieren konden we onze zorgen snel opzij zetten. Op de terugweg naar Quito werden we geconfronteerd met voor ons toen nog onbekend wereldnieuws, de varkensgriep. Op een gegeven moment moesten we allemaalde bus uit en werd iedereen en alle bagage gecheckt op een eventuele griepbesmetting. Nadat we deze test goed hadden doorstaan werden we even later door een compleet tot de tanden gewapende legereenheid uit de bus gecommandeerd om vervolgens volledig gefouillerd te worden. Waarom weten we nog steeds niet (waarschijnlijk wapencontrole), maar het bracht wel wat spanning met zich mee. vooral omdat Ewoud alleen met een kopie van zijn paspoort aan het reizen was.
Terug bij de ambassade kregen we het goede nieuws dat de paspoortaanvraag via Lima (Peru) gaat en het minstens 8 dagen wachten is op een nieuw paspoort. Om deze dagen door te komen hebben we besloten naar de Galapagos eilanden te gaan en daar te genieten van de zee, strand en natuurlijk het mensvriendelijke dierenleven. Kortom: erg vervelend! We doen er wel luchtig over maar leuk is het natuurlijk niet omdat onze reis naar Colombiaanse kustniet kan doorgaan en we niet weten hoelang we nog op het paspoort moeten wachten na terugkeer van Galapagos.
Tot de volgende keer (hopelijk niet vanuit Quito)!
5. Peru
Buen dia,
De laatste weken hebben we als een dolle gereisd, 'pretty hardcore' zoals de Engelstaligen zeiden. Waar waren we gebleven? O ja, Copacabana in Bolivia. Na veel nachtbussen, korte stops om dingen te bekijken, erg korte nachten en nog langere dagen, hebben we bijna heel Peru gezien en zitten we nu in Huaraz richting het noorden Peru.
Na de geweldig mooie zonsondergang aan het Titicacameer zijn we de volgende dag aan een lange wandeling begonnen naar een haventje (3 huisjes en 2 bootjes) vanwaar we de boot wouden nemen naar Isla del Sol, het eiland waar volgens de legende dezonnegod vandaan komten de zon en de maan romantisch samen onder een rots hebben geschuild voor de zondvloed. Nadat we een paar uur hadden gelopen kwamen we er achter dat we wel érg weinig geld mee hadden en we de komende dagen geen pinautomaat tegen zouden komen (lekker handig...). Vanaf dat moment moesten we onze Hollandse faam waarmaken: elk dubbeltje omdraaien! Dat begon al bij de haven waar we in plaats van een relaxte en snelle motorboot een roeiboot naar het zonnige eiland moesten nemen. Goedkoop en vermoeiend, de 69-jarige kapitein had na verloop van tijd namelijk hulp nodig bij het roeien... Nadat de oude baas ons had afgezet op de eerste rotsen van het eiland was het nog een eind lopen naar het eerste dorp. Geheel gesloopt kwamen we aan in het eilanddorp waar we net het feest met de De Trui, Evo Morales oftewel de President van Bolivia waren misgelopen. Wel hebben we de bijzondere Inka-trappen in het dorp beklommen. Tegelijk met de eerste zonnestralen liepen we de volgende ochtendover het oude Inka-pad richting de zonnetempel aan de andere kant van het eiland. Na een mooie wandeling op het zonovergoten Isla del Sol hebben we een bootje terug gepakt richting Copacabana. Bij terugkomst hadden we nog precies 1,5 Bolivianos (ongeveer 17 eurocent) over.
's Avond hebben we de bus genomen naar Puno in Peru, waar we de wereldberoemde drijvende rieten eilanden hebben bezocht. De voorvaderen van de bewoners zijn vroeger noodgedwongen op rieteilanden gaan wonen omdat ze op het land werden uitgemoord door andere stammen. Tegenwoordig wonen er bijna 2000 mensen verdeeld over ongeveer 50 eilanden, niet langer uit noodzaak maar omdat er geld mee te verdienen valt, met als resultaat één grote poppenkast. Voorbeeld: voor de gelegenheid verkleed opperhoofd spreekt zogenaamd geen Spaans en heeft de gids nodig om uit te leggen hoe de mensen op het eiland leven, maar zodra er souvenirs verkocht kunnen worden blijkt het opperhoofd toch best een woordje Spaans te kunnen. Verder blijken de van de buitenkant erg simpel ogende rieten hutjes uitgerust met stroom en stereosets en was één van de bewoners student informatica.
Na een korte nacht en ochtend in Puno stapten we samen met twee Belgische jongens op de lokale bus naar Cusco. Een lokale bus hier betekent goedkoop maar vooral langzaam en letterlijk stampvol met Peruvianen. Na een paar kilometer vond een vrouw achter ons het nodig om haar baby niet geheel geurloos in de bus te verschonen... Een tijdje later stapte een jong vrolijk meisje in die de reizigers een lekkere lokale snack te koop aanbood. Deze lekkernij zat verstopt in een hele grote tas die ze bijna bij één van de Belgische jongens op schoot neerlegde. Toen ze vervolgens klanten bleek te hebben deed ze haar tas open en begon met een enorm slagersmes op een stuk Alpaca in te hakken. En waar gehakt wordt vallen spaanders, in dit geval stukjes bot en vlees, wat de Belgische jongen spontaan vegetarisch maakte en haar vroeg ergens anders te gaan hakken. De geur die dit overheerlijke stuk vlees met zich meebracht was zonodig nog ranziger dan het beeld. In de resterende 6 uur bleef de geur ons nog lang achtervolgen.
In Cusco aangekomen vonden we dat we het wel verdiend hadden om eens in een hotel te overnachten. Het prachtige hotel waar we verbleven was opgericht door een Nederlandse vrouw die alle verdiensten gebruikt voor haar organisatie die er voor zorgt dat in totaal 500 straatkinderen naar school kunnen en een beter leven kunnen opbouwen. Toch een prettig idee dat we een goed doel steunden terwijl we zaten de genieten van de luxe! Cusco was vroeger de hoofdstad van de Inka's voordat de Spanjaarden het tot hun hoofdstad maakten. Vandaar dat de stad heel veel mooie paleizen, kathedralen, oude Spaanse huizen en smalle straatjes heeft.
De meeste mensen komen naar Cusco om het wereldberoemde Machu Picchu te bezoeken, zo ook wij. Dé manier om daar aan te komen is wandelend via de originele Inka-route. Helaas voor ons waren we een maand geleden te traag met reageren en waren de laatste plaatsen net weg (er mogen 'maar' 500 mensen per dag het pad bewandelen). Daarom hebben we een alternatieve route gewandeld, de vierdaagse Lares-trek. Deze trek leidt in de bergen tussen Cusco en Machu Picchu door het hooggebergte waar de mensen nog in de middeleeuwen leven: geen stroom, geen stromend water behalve de rivier, geen verwarming, geen tweede set kleren, etc. Vandaar dat de gidsen hadden gevraagd kadootjes voor de kinderen mee te nemen. De groep met wie wij de trektocht deden bestond uit een Engels stel, een Amerikaans stel, drie Australiers, een Zweedse en een Duitser. Opvallend was dat het Amerikaanse stel bij elk snoepje dat ze uit de snoepvolle rugtas haalden een foto van de overdracht moesten maken. Wij vonden een voetbal een beter idee omdat de kinderen hier samen mee kunnen spelen en er langer mee doen dan vijf minuten. Echt geweldig om samen met die kinderen te voetballenen zoveel lol te hebbenterwijl we de taal niet eens spreken (ze spreken alleen Quechua, vrijwel geen Spaans). Het was heel aangrijpend om te zien dat die mensen zo armoedig leven en toch erg vrolijk door het leven gaan! Na drie dagen wandelen door de mooie natuur, twee nachten in een koude en vochtige tent, maar wel met geweldig lekker eten, gingen we met de trein naar Aguas Calientes. Dit alleen uit hotels, restaurants en souvenirskraampjes bestaande dorp is het startpunt voor de bus naar Machu Picchu. Met één van de eerste bussen (05.30) zijn we naar Machu Picchu gegaan waar we de ruines van de heilige Inka-stad geheel in mist gehuld vonden. Direct na aankomst hebben we Wayna Picchu beklommen, de supersteile heilige berg achter Machu Picchu die op elke ansichtkaart boven de oude stad uitrijst. Helaas was de mist nog niet opgetrokken en konden we nog geen fuck zien! Gelukkig was het nog maar half tien 's ochtends en hadden we de hele dag nog om Machu Picchu en de omgeving te bekijken. We hadden meer geluk bij de Sun Gate, vanwaar we Machu Picchu uit de mist te voorschijn zagen komen. Een heel prachtig en mysterieus moment. Niet alleen de stad is overweldigend maar vooral ook de omringende natuur en ligging in de bergen maakt het heel bijzonder!
Na Cusco zijn we met de nachtbus naar Arequipa gegaan, de meest romantische stad van Peru. Hier hebben we een vierhonderd jaar oud klooster bezocht. Het klooster is één van de best bewaarde voorbeelden van Spaans-Peruaanse architectuur. In de binnentuin hebben we de lekkerste koffie en gebak van onze reis gehad. 's Avonds hebben we met het Engelse stel (Amanda en Edward) van de Lares-trek mojito's gedronken (6 voor 5 euro!).
Met Amanda en Edward zijn we naar de Colca Canyon gegaan, de derde diepste canyon ter wereld. Daar hebben we een wandeltocht naar de bodem van de canyon gemaakt, alwaar een prachtige oase met palmbomen, zwembaden en rieten hutjes op ons wachtte. Na het avondeten bij kaarslicht zijn we direct naar bed gegaan omdat er maar weinig te doen is in het donker zonder electriciteit.
Terug uit de Colca Canyon zijn we meteen op de nachtbus gesprongen naar Nazca. Omdat Nazca alleen bekend staat om de Nazca-lijnen, mysterieuze figuren van vooral dieren die zo groot zijn dat ze alleen zichtbaar zijn vanuit de lucht, hebben we alleen een korte rondvlucht boven de woestijn gemaakt. Erg indrukwekkend om in een krakkemikkig vliegtuigje deze vrolijke figuren te bekijken. Na de vlucht zijn we meteen doorgereisd naar Lima, de hoofdstad van Peru. In eerste instantie wilden we Lima overslaan omdat iedereen er negatieve verhalen over had. Toch wilden we het met eigen ogen zien en wij vonden Lima een erg mooie stad met mooie gebouwen, pleinen en winkelcentra. Bovendien hebben we geen enkele rover achter de struiken gezien.
Momenteel zitten we in Huaraz, een stadje midden in het Andesgebergte, waar we een mooie wandeling hebben gemaakt samen met twee Canadese meiden.Tijdens de wandeling hadden we een mooi uitzicht op de Cordillera Blanca, na de Himalaya de tweede hoogste bergketen ter wereld. De wandeltocht eindigde bij Laguna 69, het mooiste turquoise meer dat we ooit hebben gezien.
Onze volgende bestemming is Trujillo. Daarover later meer...
Ciao!
4. Noord Chili - Bolivia
Buenos Dias,
Onze eerste stop op weg naar het noorden van Chili was La Serena. Hier kregen we een warm onthaal van een lief CHileens vrouwtje die ons de mooiste kamer toe wees van haar erg kleurrijke en leuke hostel. Diezelfde avond zijn we naar een sterrenwacht gegaan van waar je de meest heldere kijk (van de wereld) op de sterrenhemel hebt. Er waren zoveel sterren zichtbaar dat zelfs Edwin Smulders er van zou smullen. Heel romantisch trouwens om met meerdere groepen recht de melkweg in te kijken.
In Bahia Inglesa, een piepklein badplaatsje midden in de woestijn hebben we genoten van de rust, de hagelwitte stranden en de turquaise zee. Ondanks dat Sponge Bob en Patrick ons duidelijk hadden gewaarschuwd niet zonder zonnebrand op het strand te gaan liggen (het was helemaal bewolkt, dus niet té dom) waren we na een middagje zonnebaden zo rood dat Mr Crabs bij ons zou verbleken. Lekker bijgekleurd zijn we na twee heerlijke stranddagen en een eigen huisje zijn we via Caldera verder gegaan naar San Pedro de Atacama.
San Pedro is een oase midden in 's werelds droogste woestijn. Het dorpje bestaat uit kleine lemen hutjes en heeft een heel mooi pleintje omringd door (rode)peperbomen. Verder is het kenmerkend dat de stroom 's avonds een paar keer uitvalt, best lastig als je net aan het koken bent of je tas moet inpakken. Vanuit San Pedro hebben we een tour gedaan naar Death Valley en Valle de la Luna. Het bijzondere landschap geeft je echt even het gevoel dat je je op maan bevindt, inclusief het gevoel dat je zweeft. Echter niet doordat het lopen makkelijker gaat, maar door het gebrek aan zuurstof in de lucht. De volgende ochtend zijn we om 4 uur vertrokken naar de El Tatio geisers op 4300 m. Het was sprookjesachtig om tussen de stomende en borrelende geisers door te lopen tijdens het opkomen van de zon. Onze groepsgenoten keken ons jaloers aan toen we tijdens het ontbijt een zeer goed gelukt zachtgekookt eitje uit een borrelende geisers haalden.
Anderhalve dag later hebben we een nachtbus gepakt naar Iquique waa we om half zes in de ochtend aankwamen. Hier hebben we toch maar even gewacht tot het licht was voordat we op zoek gingen naar een hostel: de goedkoopste tot nu toe, maar het was dan ook niet meer dan een donker kamertje in niet het beste deel van de stad. Ondanks dit heeft Iquique wel een mooi centrum met oude kloniale gebouwen, houten trottoirs en een mooie boulevard langs de Grote Oceaan.
Nadat ook deze grote stad ons niet zo beviel besloten we Arica over te slaan en direct door te reizen naar Putre, een heel klein dorpje in the middle of the Altiplano. De Altiplano (High Andean Plateau) is een enorm uitgestrekte desolate hoogvlakte in het grensgebied van Chile, Bolivia en Peru met een hoogte varierend van 3500 tot 4500 meter. Na de busrit tussen Iquique en Arica moesten we overstappen op de bus richting Putre welke vertrok vanaf Arica's internationale busterminal (gekleurde mierenhoop van vooral Peruaanse en Boliviaanse handelaars en tot op het dak volgeladen bussen). Het was trouwens letterlijk de bus richting Putre want de laaste 5km moesten we lopen omdat de bus vanaf dat punt verder ging naar Bolivia. Doordat we redelijk gehaast deze bus hadden gehaald waren we vergeten extra water te kopen. Dus toen we vrijwel direct de woestijn in reden doemden de spookbeelden van lekkerbekkende gieren al voor ons op: 5km door de woestijn lopen met slechts een klein flesje water en geen eten. Toevallig was het ook nog midden op de dag en daarnaast zorgde het grote hoogteverschil (van zeeniveau naar 3500 meter binnen 3 uur) er voor dat we ons nogal aangeschoten voelden en dan kan lopen best lastig zijn. Enigzins benauwd door deze ideeen zagen we ons al terug in een nieuwe serie van 'I shouldn't be alive'. Gelukkig stopten we na twee uur rijden bij een wegrestaurant waar we drinken en eten konden kopen en een lokale maaltijd (iets van gevulde groentensoep) hebben gegeten.Nadat de bus ons af had gezet en we nog geen halve kilometer hadden gelopen van de barre tocht, kregen we een lift van de 3e auto die voorbij kwam. Toevallig waren deze reddende engeltjes een Nederlands stel (Hans & Ingrid) en ze brachten ons naar een heel leuk hostel waar ze zelf ook verbleven.
In datzelfde hostel ontmoetten we een Amerikaans stel (Evan & Donna) die ons enthousiast maakten om een tour te boeken voor de volgende dag. Samen met hun, een Chileens en een Frans stel hebben we Lauca Nationaal Park bezocht, een prachtig natuurpark met veel vicuna's (soort lama) en flamingo's en omringd door besneeuwde (rokende) vulkanen. 's Avonds hebben we de Amerikanen getrakteerd op Hollandse pannenkoeken.
Voor de volgende dag vroegen onze Nederlandse helden ons mee naar voor een jeepsafari door ongerepte natuur met als eindbestemming een groot zoutmeer. De op de kaart goed ogende wegen bleken in het echt onherbergzame stenen paden en rivierbeddingen te zijn. Maar gelukkig schuilde in held Hans een ervaren offroad coureur die zelfs zijn stoute schoenen uittrok om de diepte van een rivier te checken of we er wel door konden. Op de terugweg kwamen we langs kuddes lama's, alpaca's en vicuna's. Een supermooie en indrukwekkende dag gehad dankzij Hans en Ingrid.
Na drie nachten in Putre te zijn geweest besloten we door te reizen naar La Paz in Bolivia. Voor het vervoer naar La Paz waren we aangewezen op passerende bussen omdat er vanuit Putre geen bus ging. Gelukkig voor ons hoefden we maar 1 uurtje te wachten. Na een reis van 5 uur kwamen we aan in El Alto, een soort van voorstad boven La Paz. Het eerste zicht op de stad met duizenden huizen die vanuit het dal tegen de omringende bergen opkropen was erg indrukwekkend. Vanuit La Paz hebben we de mountainbike tocht gemaakt over de 'Worlds most dangerous road', een tocht van 64km vanaf een bergpas van 3800 meter naar een 2700 meter lager gelegen dorpje in het regenwoud. Of het echt de gevaarlijkste weg is weten we niet maar kliffen van honderden meter steil naar beneden, 2,5 meter smalle gravelwegen en 43 doden in het afgelopen jaar zegt genoeg. Toen Sophie door een stuurfout onderuit ging was ze bijna nummer 44, althans dat dacht ze. De eindbestemming van de rit was een refuge midden in het regenwoud met een opvangcentrum voor papegaaien en apen. Eén van de babyaapjes pakte meteen de uitgestoken hand van medeaap Ewoud. Een nieuwe vriendschap was het gevolg ;) Toen Sophie daarna een grote knuffel van het aapje kreeg vergat ze spontaan haar levensbedreigende val. Een onvergetelijke ervaring!
Woensdag: Boliviaanse dag. Een stadswandeling door een mooi coloniaal La Paz langs ontelbare kleurrijke kraampjes, lokaal (3- gangen) dagmenu voor iets meer dan 75 cent in een Boliviaans restaurant en afgesloten met een wk-kwalificatiewedstrijd tussen Bolivia en Argentinie in een bomvol Stadion. Fantastisch, vooral omdat Bolivia de Argentijnen (**** gaucho's volgens de Bolivianen) met 6-1 heeft ingemaakt!
Vanuit een zonnig Copacabana op de oevers van het Titicacameer: vakantieman, gezellig hè!
3. Midden Chili / Argentinie
Eindelijk weer een bericht. Deze keer niet omdat we in de rimboe waren maar simpelweg omdat we geen tijd hadden. Geen tijd? Terwijl we vakantie hebben? Het klinkt inderdaad een beetje raar maar toch is het zo. Elke dag onderweg, een slaapplaats zoeken, voor eten zorgen en natuurlijk leuke dingen doen kost belachelijk veel tijd...
Maar goed. Het afgelopen verhaal eindigde met een regelrechte cliffhanger. We waren gebleven bij die heerlijke thermale baden in het regenwoud en de tocht naar Puerto Montt. Maandag 2 maart (zo lang geleden alweer?) vertrokken we vanuit Puyuhuapi om onze weg te vervolgen over de Carretera Austral richting Argentinië, een busritje van ‘maar' 4,5 uur. Gelukkig ging de gammele bestelbus waar we mee reisden na ongeveer een uur kapot... waardoor we slechts 5 uur langer onderweg waren. De buschauffeur zette ons af voor een hotel dat net zo goedkoop was als geen hotel (incl. slapeloze nacht & koude douche).
Omdat we nog maar anderhalve dag hadden om vader en moeder Snoek (Adri en Agnès) op tijd te treffen op het vliegveld moesten we de volgende dag direct verder. Heel erg jammer want Futuleufu is volgens pro's de beste plek ter wereld waar niet-pro's kunnen raften. In het dorp zijn we op zoek gegaan naar vervoer om ons over de grens naar Esquel in Argentinië te brengen. Heel toevallig waren alle bussen al vol of weg, waarna we iemand op straat hebben aangesproken en zowat gesmeekt om ons naar Esquel te brengen. Gelukkig wilde deze lieve man ons brengen, uiteraard tegen betaling. In Esquel hebben we nog diezelfde middag een bus naar Bariloche genomen waar we 's avonds laat aankwamen. Bariloche was alweer een stapje in de goede richting, maar we hadden nog een lange weg te gaan: 600 km en nog maar een halve dag de tijd. 's Ochtends zijn we rond kwart over zeven met ijdele hoop naar het busstation gegaan waar we met heel veel geluk met de vertraagde bus van 7 uur naar Puerto Montt mee konden . Uiteindelijk hebben Adri en Agnès slechts een uurtje op het vliegveld moeten wachten op hun warme (intussen lauwe) onthaal. Op het vliegveld hebben we direct een 4wd gehuurd: eindelijk waren we af van het regelen van vervoer in de meest rimboe-mogelijke dorpen en konden we lekker gaan en staan waar we maar wilden. De snelwegen zijn vergelijkbaar met NL, met als uitzondering dat je hier niet alleen auto's tegen komt. De vluchtstrook werd ook gebruikt door fietsers, wandelaars en verdwaalde dieren en er stonden soms marktkraampjes waar men lokale producten verkocht. Het hostel voor de eerste nacht was dubbel geboekt, maar gelukkig wist de eigenaar nog een plaats bij zijn oom en tante te regelen, een goed hostel volgens hem zelf. De kleine, scheve en vochtige kamers zullen Adri en Agnès nog lang bij blijven.
Donderdagochtend zijn we vroeg vertrokken naar Chiloé, een eiland waar veel Chilenen hun vakantie doorbrengen. Tijdens de oversteek met de veerpont zwommen overal zeeleeuwen. Nooit geweten dat zeeleeuwen ook heel sierlijk zwemmen en zelfs kunstjes laten zien, heel erg leuk! Op Chiloé hebben we bijzondere houten kerkjes en huisjes op palen bezocht, pinguïns gezien, lekkere verse vis gegeten en in het Nationale Park gewandeld.
Na twee dagen Chiloé zijn we over de eerste kilometers van de Carretera Austral gereden, die in Puerto Montt begint, richting een natuurpark (gematigd regenwoud) waar o.a. één van de grootste boomsoorten ter wereld voorkomt. De omtrek van deze bomen is echt enorm! Daarna zijn we via Puerto Varas in Chili naar San Martin de Los Andes in Argentinië gereden. San Martin is een heel mooi en relaxt stadje aan een meer midden in de Andes (what's in the name). Daar hebben we een gedoofde vulkaan van bijna 1780 meter beklommen. Omdat we laat begonnen moesten we binnen 3½ uur terug zijn voordat het donker zou worden. Na een heel zwaar begin (volgens Sophie bijna haar dood) hebben we de top toch gehaald.
Helaas moesten we na 2 dagen onze relaxte cabaña (vakantiehuisje) achter laten om onze reis naar het noorden te vervolgen door een gortdroog Argentinië. Onze volgende bestemming Pucon is het buitensportcentrum van Chili en ligt aan de voet van de altijd rokende vulkaan Villarica, één van de meest actieve vulkanen van Zuid-Amerika. En wat doe je met zo'n gevaarlijke vulkaan: juist, beklimmen! Ondanks dat wij verre van de enige waren die de vulkaan beklommen en we letterlijk in file liepen was het de moeite meer dan waard. Wat een uitzicht en ervaring om over de rand van een naar rotte eieren stinkende vulkaan te lopen! Aangezien er een luchtje aan de vulkaan zat,moesten we maken dat we wegkwamen... op de billen over de sneeuw van de berg af! De dag daarna hadden Adri en Agnès een dagje vrij en gingen we zelf raften. Aangezien we wetsuits, helmen en reddingsvesten aan moesten doen dachten we dat het een ruige tocht zou worden. De ruige tocht viel in het water door de lage waterstand aan het einde van de zomer en een aantal klunzige Zuid-Amerikanen in de boot. Toch een leuke middag gehad, vooral doordat het hilarisch was hoe krampachtig onze mederafters zich vasthielden aan de boot als er water opspatte. Die avond zijn we naar thermale baden geweest waar we hebben rondgedobberd in het volle maanlicht.
Na een te lange (vrij)dag rijden kwamen we in de schemering aan bij de weg die over de 3.148 meter hoge Los Libertadores pas naar Argentinië en Mendoza leidt. In het donker ongeveer 20 haarspeldbochten over een steile weg zonder verlichting en strepen wetende dat de afgrond naast ons gaapt! Toch wat anders dan ‘s nachts terug rijden van Balkbrug naar Dedemsvaart. Uiteindelijk gingen we 's avonds laat de pas tussen Chili en Argentinië over naar Tibet. Althans Brad Pitt's Tibet: Seven Years in Tibet is hier namelijk voor een deel opgenomen. Bij het eerste de beste hostel zijn we gestopt om de nacht door te brengen. Helaas voor ons zag het er van de buitenkant nog redelijk uit maar was het van binnen niet meer dan een oude Communistische barak. Het enige dat ontbrak was de discipline want we hebben 's ochtends een half uur in het hostel rond lopen roepen zonder reactie van het personeel die de avond daarvoor gebroederlijk aan het kaarten was met de nodige flessen drank op tafel en peukies op de lip.
De volgende dag kwamen we rond het middaguur aan in Mendoza. Onze voorstelling van Mendoza: geweldig Argentijns stadje te midden van fruitige wijngaarden en prachtige haciënda's. De werkelijkheid: wijngaarden (niet fris en fruitig) in een compleet vlak en dor landschap met quasi moderne wijnhuizen. Met andere woorden een gebied dat ongetwijfeld perfect is voor de teelt van druiven en productie van wijn maar bijzonder weinig charme heeft. Toen we 's middags ook nog te horen kregen dat alle wijnhuizen relatief ver weg lagen, om vijf uur dicht gingen en de volgende dag gesloten zouden zijn was het allemaal een beetje ***! Met gehuurde fietsen zijn we toen maar één van de belangrijkste gedenkplaatsen van de Argentijnen opgefietst. Een zware klim die beloond werd met een mooi uitzicht over de stad en een ijsje (voor Adri de reden om toch maar naar boven te fietsen).
Zonder kater gingen we de volgende dag op weg naar een natuurpark met rode canyons en dinosaurussporen. Een klein stukje op de kaart dus daar zouden we binnen twee uurtjes rijden wel zijn dachten we. Het bleef bij denken want na bijna twee uur rijden waren we nog niet eens op de helft. Onderhand de zoveelste keer dat wij ezels zich aan dezelfde steen stootten, want we hadden ons al veel vaker verrekend op de immense afstanden in ZA.
Na de drukke voorgaande anderhalve week gunden we Adri en Agnès een paar dagen rust aan zon-, zee- en strandplaats Vina del Mar. Helaas bleef het alleen bij de zon en het strand, want de zee is te gevaarlijk om een duik in te nemen. Wij konden zelf ook wel wat rust gebruiken want Sophie was van top tot teen kapot gebeten door leger vlooien in een te ranzig bed in Mendoza en daarnaast had ze een virus (soort eczeem) opgelopen. Ewoud had een voedselvergiftiging kado gekregen, dus een bed en toilet waren zijn eerste levensbehoeften. De beelden zullen we jullie besparen.
Via Valparaiso, de culturele stad van Chili zijn we naar het vliegveld van Santiago gereden. De laatste nacht dat Adri en Agnès in Chili waren, hebben ze ons getrakteerd op een overnachting in een heel relaxt hotel. Door het kingsize bed, de sportschool, het zwembad, het bubbelbad, de sauna en het lekkere eten zijn we weer helemaal bijgekomen en kunnen we onze reis vervolgen richting het noorden van Chili (zonder auto en de beschermende hand van de Snoekies).
Tot SNEL!
ps. Sophie is van 1 maart t/m 30 juni niet te bereiken op haar tel.